Ritueelbegeleider.nl
Hoe schrijf je een uitvaartspeech?
Scroll naar de tips hieronder en schrijf snel en zorgvuldig een mooie uitvaartspeech.
Want speechen met een gerust hart, dat verdien je.
Deze 3 tips maken je toespraak helder en boeiend
1. Schrijf je uitvaartspeech in 3 delen
Inderdaad, eerst even iets over de opbouw van je uitvaartspeech. Een goede toespraak bestaat namelijk uit 3 delen:
- een begin
- een midden
- een einde
Dat lijkt een open deur. Maar... als je niet stilstaat bij het begin en de afsluiting, valt ook het midden in het water. En als je schrijft, ga dan eerst aan de slag met het middendeel.

1. Begin
2. Midden
3. Einde
2. Waarom je begint met de rode draad
Omdat er zoveel te vertellen is, weet je soms niet waar je moet beginnen. Of je weet juist niet zo goed wat je zou kunnen vertellen. In beide gevallen helpt het kiezen van een rode draad.
Je kunt dankzij die focus snel aan de slag in de korte tijd die je hebt. Je weet bijvoorbeeld over welke vragen je met andere nabestaanden in gesprek kunt gaan.
Ook zorg je met een rode draad voor een helder verband tussen de verschillende dingen die je gaat vertellen over de overledene.
Kortom: kiezen voor een rode draad helpt jou schrijven en maakt je toespraak ijzersterk.

5 manieren om een rode draad aan te brengen
I. Biografie
II. Levensthema
III. Relatie(s)
IV. Tekst of gedicht
V. Hobby of passie
Ontdek je eigen thema

Rode draad
1: Biografie
Aan deze invalshoek denk je misschien wel het eerste, als je over een uitvaartspeech nadenkt. Je loopt in stapjes langs belangrijke momenten in het leven van de overledene, en bouwt daaromheen jouw verhaal over de overledene. Per stapje geef ik vragen die je jezelf kunt stellen, of waarover je met anderen in gesprek kunt gaan.
Als je iets wilt zeggen op de uitvaart van een overleden kind, of een jongere, kortom iemand met nog niet zoveel leven achter zich, dan zoom je meer in op de eerste stappen. Want ook over de zwangerschap, de babytijd of de peutertijd is veel te vertellen waaruit de unieke betekenis van de overledene naar voren komt.
Rode draad
II: Levensthema
Over sommige levens kun je zeggen dat ze “in het teken stonden van” iets. Dat kan een strijd zijn of een passie, een hobby of een relatie, een ziekte of een zoektocht. In ieder geval gaat het bij zo’n levensthema over iets dat een belangrijke, grote rol speelde in het leven van de overledene.
Hoe de overledene met zo’n thema omging, laat vaak iets zien van de waarden waarmee de overledene leefde. Of geeft een ingang om over het karakter van de overledene te spreken. Je plukt op deze manier een rode draad uit het leven van de overledene en gebruikt die als ‘metafoor’, als beeld om naast het leven te leggen omdat er overeenkomsten zijn.
Ik geef je 3 voorbeelden om duidelijk te maken wat ik bedoel.
Het grote thema in het leven van Gianno was zorgzaamheid. Als kind ontfermde hij zich al over gewonde dieren en nam hij het op voor de kinderen die niet goed mee konden komen met de klas. Het wekte dan ook geen verbazing dat hij na de HAVO HBO-V ging studeren, en opklom tot hoofd van de IC. Maar ook buiten zijn werk stond hij altijd voor iedereen klaar. Iemand vertelde hoe hij haar hielp tijdens een plotselinge verhuizing…
Waar staat dat levensthema voor?
Het voordeel van metaforen gebruiken
Het probleem met metaforen – en de oplossing
Je kunt gewoon benoemen dat iets niet bij het thema past, en het op die manier toch aandacht geven. Daarmee versterk je het thema zelfs en kun je toch zo volledig zijn als je wilt. Ik haal het voorbeeld van Zekaria hierboven even terug (je weet wel, die van die treintjes) om te laten zien wat ik bedoel.
… Zelf vond Zekaria dat sowieso belangrijk, dat je stevig op de grond bleef staan. Dat wil niet zeggen dat Zekaria nooit eens helemaal losging. Als Zekaria danste verloor hen alle gevoel voor tijd en plaats. Je moest Zekaria eraan herinneren om af en toe ook wat te drinken tussendoor.
Zo ontdek je het levensthema
Het kan best zijn dat er, als je dit leest, meteen een thema bij je bovenkomt. Soms is het overduidelijk, en prominent aanwezig in de gesprekken over de overledene en in je herinnering.
Een metafoor kan je helpen om nieuwe dingen te ontdekken: "Hé, als ik door deze bril naar het leven van de overledene kijk, dan zie ik plotseling ook een verband met …”
Voor een beelddenker is het vaak niet moeilijk om een metafoor te verzinnen. Maar ook als je geen beelddenker bent: probeer het gewoon, en kijk wat er gebeurt als je de verhalen over de overledene probeert met dat beeld te verbinden.
Rode draad
III: Relatie(s)
De relatie die je had met de overledene, en/of de relaties die anderen met de overledene hadden, zijn het uitgangspunt van deze rode draad.
Als je voor deze rode draad kiest, bereik je drie dingen:
- Via jouw verhaal en jouw beschrijving of emoties kunnen de aanwezigen zich verbinden met de overledene. Omdat ze het herkennen, of omdat het juist heel andere herinneringen oproept.
- Het doel van een uitvaart en ook van een uitvaartspeech is, om de overledene zo te beschrijven dat je de overledene recht doet. Geen mens is eenzijdig, en jouw persoonlijke herinneringen zijn een van de perspectieven die de veelzijdigheid van de overledene aan het licht brengen.
- Je kunt het bij je eigen verhaal houden, en hebt geen input van anderen nodig.
Wees je ervan bewust dat je niet objectief bent. Je spreekt over de overledene vanuit jezelf. En dat is prima.

Of ga een stapje verder dan jouw persoonlijke relatie
Jouw relatie met de overledene is uniek. Je spreekt als ouder of als partner, als kind of als vriend of familielid. Hoe was de overledene als jouw kind of als jouw partner? Hoe was de overledene als jouw ouder, vriend of familielid?
Omdat je tijdens de uitvaart recht wilt doen aan de overledene zoals die was, is het belangrijk om meerdere perspectieven te laten zien. Je ouder was jouw ouder, maar had in het leven meer rollen.
Als je voor de rode draad van de relatie kiest, nodig dan ook anderen uit om vanuit hun persoonlijke relatie over de overledene te spreken. Zo kom je tot een compleet beeld en komt er voor alle aanwezigen wel een herkenbaar perspectief voorbij.
Wanneer jij als enige spreekt, vraag dan om inbreng van anderen die een andere relatie met de overledene hadden. Houd je een toespraak op de uitvaart van je moeder of je vader, vraag dan ook broers en zussen om hun verhaal en vermeld die verhalen in je toespraak.
Benader vrienden, familieleden, partner en eventueel kleinkinderen en vraag ze: hoe was de overledene als partner, als grootouder, als vriend(in) of familielid. En wat herinner je je het meeste van de overledene? Neem dit op in je verhaal: je kunt rustig vermelden wie wat heeft gezegd.
Spreek je de overledene aan, of spreek je over de overledene?
Een uitvaart, crematie of herdenkingsplechtigheid is een overgangsmoment. Je staat stil bij de overgang tussen ‘leven met de overledene tussen de levenden’ en ‘leven met de overledene die er niet meer is’.
Soms spreken mensen daarom de overledene in hun verhaal toe met ‘jij’ en ‘jou’. Soms gebruiken ze de 3e persoon: die is, afhankelijk van hoe de overledene aangeduid wilde worden, ‘hij’, ‘zij’, of het meer genderneutrale ‘hen’/’hun’. Soms spreken mensen in een uitvaarttoespraak afwisselend tegen en over de overledene.

Argumenten om voor de 2e persoon (jij) te kiezen
- Het is soms makkelijker je gevoelens te verwoorden door tijdens het schrijven tot de overledene te spreken
- Je laat merken dat het jouw persoonlijke verhaal is, stelt je kwetsbaar op en kunt op die manier anderen raken in hun gevoel bij de overledene
Argumenten om voor de 3e persoon (hij/zij/hen) te kiezen
- Je hebt een bepaalde afstand tot de overledene, en op dit moment rechtstreeks tot de overledene spreken roept een intimiteit op die niet past
- Je bent bang om te geëmotioneerd te raken als je rechtstreeks tot de overledene spreekt
- Je hebt het gevoel dat de overledene er echt niet meer is, soms ondanks de kist met het lichaam die voor je of naast je staat

Rode draad
IV: Tekst of gedicht
Voor wie van taal en woorden houdt, kan een tekst een prachtige rode draad zijn om mee te werken in de speech tijdens de uitvaart of crematie. Dat kan op twee manieren.
- Je schrijft een gedicht, omdat het je helpt je gevoel uit te drukken binnen het kader van ‘rijm’ of ‘dichtvorm’
- Je gebruikt een bestaand gedicht of tekst(citaat) als kapstok om je verhalen over de overledene aan op te hangen

1. Zelf een gedicht schrijven voor de overledene
- Beschrijf hoe het voelt dat de overledene er niet meer is
- Omschrijf je wens voor de overledene, en/of voor jezelf: wat hoop je voor de toekomst nu?
- Beschrijf 1 dag uit je leven met de overledene
2. Een bestaande tekst of gedicht gebruiken
Rode draad
V: Hobby of passie
Je kunt met behulp hiervan een mooi inkijkje geven in hoe de overledene was. Dat kun je doen door herinneringen te vertellen waaruit de grote betekenis van de hobby of passie blijkt, maar ook door te omschrijven waarom juist deze passie of hobby zo’n grote rol speelde voor de overledene.
Kenmerkende herinneringen aan de hobby
Stel jezelf dus de vraag: wat zijn de mooiste voorbeelden van het uitoefenen van de hobby of het opgaan in de passie uit het leven van de overledene? Vaak kan er om gelachen worden.

Waarom speelde deze passie een grote rol?
Soms zegt een grote passie of hobby iets over het karakter of belangrijke dingen in het leven van de overledene. Je gebruikt in je uitvaartspeech de hobby als beeld voor hoe de overledene in elkaar zat.
'Hele middagen vissen' is een prachtig opstapje om te vertellen hoe stilte en ontspanning hard nodig waren in het drukke leven van de overledene. 'Wandelen' gaat gepaard met liefde voor natuur, onthaasten en even afstand nemen.
Stel jezelf dus de vraag: waarom was deze passie of hobby belangrijk, en wat zegt dat over de overledene?
Rode draad
Ontdek je eigen thema met deze 5 vragen
Stel deze 5 vragen:
- Hoe lang heb je geleefd met de overledene in jouw leven?
- Wat was een belangrijke eigenschap van de overledene?
- Op welke momenten zag je die eigenschap, en wat gebeurde er dan?
- Wat deed dat toen met jou?
- Hoe kijk je er nu naar?
Waarom juist deze 5 vragen?
Ik leg nog even uit waarom ik deze vragen heb bedacht. Dat zit zo: de antwoorden leveren je een klein afgerond verhaaltje op dat je meestal gewoon rechtstreeks kunt overnemen.
De 1e vraag is een ‘opstapje’ en activeert ‘terugkijken op mijn relatie tot de overledene’.
De vragen 2 en 3 sturen in de richting van een focuspunt: het karakter/de eigenschappen van de overledene.
De 4e vraag brengt het effect van die eigenschap van de overledene op anderen in kaart.
De 5e vraag verbindt de genoemde eigenschap en het gevoel weer met het hier en nu.


Houd het dichtbij jezelf
Het is jouw momentopname
Anderen kijken en voelen met je mee
Het begin en het einde van je uitvaartspeech

Inleiding
Hoe begin je een uitvaartspeech?
De inleiding van je toespraak is een manier om je toehoorders mee te nemen in de richting van wat je gaat vertellen. Een hele duidelijke manier om dat te doen is de volgende:
- je vertelt wie je bent
- je geeft kort aan wat je gaat vertellen
- je spreekt uit wat je hoopt dat je speech teweegbrengt
Bijvoorbeeld:
Slot
Bijvoorbeeld:
Iedereen verdient een goede uitvaartspeech
Met de drie uitgebreide tips en voorbeelden lukt het je om je speech te schrijven. Je kunt ze ook gebruiken als je een toespraak schrijft voor je oma of je opa.
Meer voorbeelden zien?
Mail je toespraak voor persoonlijke feedback
