Hoe schrijf je een uitvaartspeech?

Scroll naar de tips hieronder en schrijf snel en zorgvuldig een mooie uitvaartspeech.

Want speechen met een gerust hart, dat verdien je.


hulp krijgen
bereikbaar tot 21:30 uur

Deze 3 tips maken je toespraak helder en boeiend

Een goede uitvaartspeech is jouw eigen verhaal, past bij de overledene en boeit je publiek. Dat doe je zo:
Mocht je er niet uitkomen, dan kan ik ook voor je schrijven.
offerte aanvragen
06 19 40 40 97

1. Schrijf je uitvaartspeech in 3 delen

Inderdaad, eerst even iets over de opbouw van je uitvaartspeech. Een goede toespraak bestaat namelijk uit 3 delen:

  1. een begin
  2. een midden
  3. een einde

Dat lijkt een open deur. Maar... als je niet stilstaat bij het begin en de afsluiting, valt ook het midden in het water. En als je schrijft, ga dan eerst aan de slag met het middendeel.

Image

1. Begin

Het begin is de inleiding. Je zet de mensen die naar je luisteren in de ‘luisterstand’.

2. Midden

In het middendeel vertel je verhalen of anekdotes waarin de overledene naar voren komt zoals die is gekend.

3. Einde

Het einde is de afronding, waarin je de belangrijkste ‘boodschap’ nog een keer herhaalt.

2. Waarom je begint met de rode draad

Omdat er zoveel te vertellen is, weet je soms niet waar je moet beginnen. Of je weet juist niet zo goed wat je zou kunnen vertellen. In beide gevallen helpt het kiezen van een rode draad.

Je kunt dankzij die focus snel aan de slag in de korte tijd die je hebt. Je weet bijvoorbeeld over welke vragen je met andere nabestaanden in gesprek kunt gaan.

Ook zorg je met een rode draad voor een helder verband tussen de verschillende dingen die je gaat vertellen over de overledene.

Kortom: kiezen voor een rode draad helpt jou schrijven en maakt je toespraak ijzersterk.

Image

5 manieren om een rode draad aan te brengen

Goed, een rode draad kiezen… maar welke invalshoeken zijn er? Weet je, ik zet gewoon een aantal thema's voor je op een rijtje. Daarna ga ik ze een voor een uitgebreid langs.

I. Biografie

Beschrijf het leven van de overledene aan de hand van de levensloop. Dat is meer dan een het opsommen van een rijtje jaartallen.

II. Levensthema

Kies een belangrijk thema uit het leven van de overledene en vertelt de verhalen die daarmee verbonden zijn.

III. Relatie(s)

Jouw relatie tot de overledene staat centraal en je deelt wat jij met de overledene hebt meegemaakt. Geef ook aandacht aan wat de overledene betekende voor anderen.

IV. Tekst of gedicht

Als uitgangspunt neem je een tekst of een gedicht dat past, en daaraan koppel je verhalen over het leven van de overledene.

V. Hobby of passie

Als het leven van de overledene in het teken stond van een grote passie of hobby, kan dat een goede rode draad opleveren.

Ontdek je eigen thema

Zit je rode draad er niet tussen? Speciaal voor jou sluit ik af met aanwijzingen hoe je je eigen thema kunt vinden.
"Lukt het? Of wil je toch liever hulp bij het schrijven?"

meteen contact
tot 21:30 bereikbaar
Image

Rode draad

1: Biografie

Aan deze invalshoek denk je misschien wel het eerste, als je over een uitvaartspeech nadenkt. Je loopt in stapjes langs belangrijke momenten in het leven van de overledene, en bouwt daaromheen jouw verhaal over de overledene. Per stapje geef ik vragen die je jezelf kunt stellen, of waarover je met anderen in gesprek kunt gaan.

Als je iets wilt zeggen op de uitvaart van een overleden kind, of een jongere, kortom iemand met nog niet zoveel leven achter zich, dan zoom je meer in op de eerste stappen. Want ook over de zwangerschap, de babytijd of de peutertijd is veel te vertellen waaruit de unieke betekenis van de overledene naar voren komt.

Rode draad

II: Levensthema

Over sommige levens kun je zeggen dat ze “in het teken stonden van” iets. Dat kan een strijd zijn of een passie, een hobby of een relatie, een ziekte of een zoektocht. In ieder geval gaat het bij zo’n levensthema over iets dat een belangrijke, grote rol speelde in het leven van de overledene.

Hoe de overledene met zo’n thema omging, laat vaak iets zien van de waarden waarmee de overledene leefde. Of geeft een ingang om over het karakter van de overledene te spreken. Je plukt op deze manier een rode draad uit het leven van de overledene en gebruikt die als ‘metafoor’, als beeld om naast het leven te leggen omdat er overeenkomsten zijn.

Ik geef je 3 voorbeelden om duidelijk te maken wat ik bedoel.


Het grote thema in het leven van Gianno was zorgzaamheid. Als kind ontfermde hij zich al over gewonde dieren en nam hij het op voor de kinderen die niet goed mee konden komen met de klas. Het wekte dan ook geen verbazing dat hij na de HAVO HBO-V ging studeren, en opklom tot hoofd van de IC. Maar ook buiten zijn werk stond hij altijd voor iedereen klaar. Iemand vertelde hoe hij haar hielp tijdens een plotselinge verhuizing…

Waar staat dat levensthema voor?

Zoals je in de voorbeelden hierboven ziet, kun je het levensthema ook gebruiken als ‘metafoor’. Een metafoor is een vergelijking: je kiest een aspect van het levensthema dat samenhangt met een kenmerk van de overledene. Veel verhuizen hangt in het voorbeeld van Annemieke samen met ‘onrust’. En een trein past in het voorbeeld van Zekaria bij ‘stevig met je beide benen op de grond staan’ maar je zou het evengoed kunnen gebruiken voor ‘op reis gaan’.

Het voordeel van metaforen gebruiken

Door een levensthema als metafoor te gebruiken, breng je op een beeldende manier samenhang in je verhaal. De metafoor helpt je om gebeurtenissen en eigenschappen van de overledene in een samenhang te zetten. Zo krijg je focus en geef je je toehoorders een helder beeld om te onthouden.

Het probleem met metaforen – en de oplossing

Een levensthema heeft zijn grenzen. Dat is het idee van focus natuurlijk: je concentreert je op bepaalde dingen, terwijl je andere dingen achterwege laat. Maar stel dat er iets is wat niet bij het beeld past, en toch per se in je verhaal moet? Daar is een trucje voor.

Je kunt gewoon benoemen dat iets niet bij het thema past, en het op die manier toch aandacht geven. Daarmee versterk je het thema zelfs en kun je toch zo volledig zijn als je wilt. Ik haal het voorbeeld van Zekaria hierboven even terug (je weet wel, die van die treintjes) om te laten zien wat ik bedoel.

… Zelf vond Zekaria dat sowieso belangrijk, dat je stevig op de grond bleef staan. Dat wil niet zeggen dat Zekaria nooit eens helemaal losging. Als Zekaria danste verloor hen alle gevoel voor tijd en plaats. Je moest Zekaria eraan herinneren om af en toe ook wat te drinken tussendoor.

Zo ontdek je het levensthema

Het kan best zijn dat er, als je dit leest, meteen een thema bij je bovenkomt. Soms is het overduidelijk, en prominent aanwezig in de gesprekken over de overledene en in je herinnering.

Een metafoor kan je helpen om nieuwe dingen te ontdekken: "Hé, als ik door deze bril naar het leven van de overledene kijk, dan zie ik plotseling ook een verband met …”

Voor een beelddenker is het vaak niet moeilijk om een metafoor te verzinnen. Maar ook als je geen beelddenker bent: probeer het gewoon, en kijk wat er gebeurt als je de verhalen over de overledene probeert met dat beeld te verbinden.

Rode draad

III: Relatie(s)

De relatie die je had met de overledene, en/of de relaties die anderen met de overledene hadden, zijn het uitgangspunt van deze rode draad.

Als je voor deze rode draad kiest, bereik je drie dingen:

  1. Via jouw verhaal en jouw beschrijving of emoties kunnen de aanwezigen zich verbinden met de overledene. Omdat ze het herkennen, of omdat het juist heel andere herinneringen oproept.
  2. Het doel van een uitvaart en ook van een uitvaartspeech is, om de overledene zo te beschrijven dat je de overledene recht doet. Geen mens is eenzijdig, en jouw persoonlijke herinneringen zijn een van de perspectieven die de veelzijdigheid van de overledene aan het licht brengen.
  3. Je kunt het bij je eigen verhaal houden, en hebt geen input van anderen nodig.

Wees je ervan bewust dat je niet objectief bent. Je spreekt over de overledene vanuit jezelf. En dat is prima.

Image

Of ga een stapje verder dan jouw persoonlijke relatie

Jouw relatie met de overledene is uniek. Je spreekt als ouder of als partner, als kind of als vriend of familielid. Hoe was de overledene als jouw kind of als jouw partner? Hoe was de overledene als jouw ouder, vriend of familielid?

Omdat je tijdens de uitvaart recht wilt doen aan de overledene zoals die was, is het belangrijk om meerdere perspectieven te laten zien. Je ouder was jouw ouder, maar had in het leven meer rollen.

Als je voor de rode draad van de relatie kiest, nodig dan ook anderen uit om vanuit hun persoonlijke relatie over de overledene te spreken. Zo kom je tot een compleet beeld en komt er voor alle aanwezigen wel een herkenbaar perspectief voorbij.

Wanneer jij als enige spreekt, vraag dan om inbreng van anderen die een andere relatie met de overledene hadden. Houd je een toespraak op de uitvaart van je moeder of je vader, vraag dan ook broers en zussen om hun verhaal en vermeld die verhalen in je toespraak.

Benader vrienden, familieleden, partner en eventueel kleinkinderen en vraag ze: hoe was de overledene als partner, als grootouder, als vriend(in) of familielid. En wat herinner je je het meeste van de overledene? Neem dit op in je verhaal: je kunt rustig vermelden wie wat heeft gezegd.

Spreek je de overledene aan, of spreek je over de overledene?

Een uitvaart, crematie of herdenkingsplechtigheid is een overgangsmoment. Je staat stil bij de overgang tussen ‘leven met de overledene tussen de levenden’ en ‘leven met de overledene die er niet meer is’.

Soms spreken mensen daarom de overledene in hun verhaal toe met ‘jij’ en ‘jou’. Soms gebruiken ze de 3e persoon: die is, afhankelijk van hoe de overledene aangeduid wilde worden, ‘hij’, ‘zij’, of het meer genderneutrale ‘hen’/’hun’. Soms spreken mensen in een uitvaarttoespraak afwisselend tegen en over de overledene.

Image

Argumenten om voor de 2e persoon (jij) te kiezen

  • Het is soms makkelijker je gevoelens te verwoorden door tijdens het schrijven tot de overledene te spreken
  • Je laat merken dat het jouw persoonlijke verhaal is, stelt je kwetsbaar op en kunt op die manier anderen raken in hun gevoel bij de overledene

Argumenten om voor de 3e persoon (hij/zij/hen) te kiezen

  • Je hebt een bepaalde afstand tot de overledene, en op dit moment rechtstreeks tot de overledene spreken roept een intimiteit op die niet past
  • Je bent bang om te geëmotioneerd te raken als je rechtstreeks tot de overledene spreekt
  • Je hebt het gevoel dat de overledene er echt niet meer is, soms ondanks de kist met het lichaam die voor je of naast je staat
"Lukt het? Of wil je toch liever hulp bij het schrijven?"

meteen contact
tot 21:30 bereikbaar
Image

Rode draad

IV: Tekst of gedicht

Voor wie van taal en woorden houdt, kan een tekst een prachtige rode draad zijn om mee te werken in de speech tijdens de uitvaart of crematie. Dat kan op twee manieren.

  1. Je schrijft een gedicht, omdat het je helpt je gevoel uit te drukken binnen het kader van ‘rijm’ of ‘dichtvorm’
  2. Je gebruikt een bestaand gedicht of tekst(citaat) als kapstok om je verhalen over de overledene aan op te hangen
Image

1. Zelf een gedicht schrijven voor de overledene

Misschien vloeien de woorden vanzelf wel uit je pen of toetsenbord. Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen, heb je misschien wat aan de volgende ideeën. Je kunt ze combineren.

  • Beschrijf hoe het voelt dat de overledene er niet meer is
  • Omschrijf je wens voor de overledene, en/of voor jezelf: wat hoop je voor de toekomst nu?
  • Beschrijf 1 dag uit je leven met de overledene

2. Een bestaande tekst of gedicht gebruiken

Sommige mensen hebben een levensmotto dat ze vaak gebruiken. Misschien heeft de overledene wel gedichten geschreven, memoires of een brief die je mag gebruiken. Maar het kan ook zijn dat jij zelf een gedicht of tekst kent die perfect aansluit bij jouw herinneringen aan hoe de overledene was.
Op zoek naar een passend gedicht? Ik heb een aantal troostgedichten voor je op een rijtje gezet.
naar troostgedichten

Rode draad

V: Hobby of passie

Soms had een overledene een hobby of passie, die een grote rol in het leven speelde. Dat kan van alles zijn… een onderwerp waarover de overledene alles wilde weten, een verzameling, een sport, een sportclub of een favoriete serie.

Je kunt met behulp hiervan een mooi inkijkje geven in hoe de overledene was. Dat kun je doen door herinneringen te vertellen waaruit de grote betekenis van de hobby of passie blijkt, maar ook door te omschrijven waarom juist deze passie of hobby zo’n grote rol speelde voor de overledene.

Kenmerkende herinneringen aan de hobby

Vertellen hoe en wanneer de overledene met de hobby of passie bezig was, geeft een prachtig inkijkje in het dagelijks leven. Misschien ging het breiwerk wel altijd mee op vakantie en raakte het op het strand een keer vol zand. Of moesten alle kinderen altijd stil zijn als Wimbledon op televisie was, en was het bezoek aan het ‘Centre Court’ in Londen een hoogtepunt.

Stel jezelf dus de vraag: wat zijn de mooiste voorbeelden van het uitoefenen van de hobby of het opgaan in de passie uit het leven van de overledene? Vaak kan er om gelachen worden.
Image
“Over Ajax werd thuis niet gesproken, sorry dat ik die naam nu noem pa. Voor een geboren en getogen Rotterdammer was de hoofdstad (onterecht hoofdstad natuurlijk) een no-go. Als ma met haar zussen was wezen winkelen in Amsterdam, kon ze de plastic tasjes direct weggooien.”
“Je heet Van der Molen of niet... van jongs af aan spaarde Mies molentjes. Haar eerste molentje kreeg ze van haar oma toen ze 14 jaar werd. Ze had het nog steeds (foto). En later als wij als kinderen op vakantie gingen zochten we waar we ook waren naar kaarten of beeldjes of wat dan ook maar in de vorm van een molen bestond. Tot het laatst toe wist ze wanneer ze welk molentje van wie had gekregen.”

Waarom speelde deze passie een grote rol?

Soms zegt een grote passie of hobby iets over het karakter of belangrijke dingen in het leven van de overledene. Je gebruikt in je uitvaartspeech de hobby als beeld voor hoe de overledene in elkaar zat.

'Hele middagen vissen' is een prachtig opstapje om te vertellen hoe stilte en ontspanning hard nodig waren in het drukke leven van de overledene. 'Wandelen' gaat gepaard met liefde voor natuur, onthaasten en even afstand nemen.

Stel jezelf dus de vraag: waarom was deze passie of hobby belangrijk, en wat zegt dat over de overledene?

“In de tuin voelde Anita zich echt op haar gemak. Anita kende van ieder plantje de naam, en kon genieten van alle kleine beestjes die rondkropen en rondvlogen. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe dat kwam, en ik denk dat Anita dat van onze vader had. Die wees ons in vakanties altijd alles aan wat we tegenkwamen. Maar Anita is de enige die zijn opmerkzaamheid heeft geërfd.”
“Schaken jongen, zei mijn opa altijd, schaken doe je niet op het bord maar in je hoofd. Daar maak je de zetten. Ik vond dat altijd reuze lastig, om vooruit te denken en me voor te stellen hoe de reactie zou zijn als ik die pion daarheen zou zetten, en hoe ik dan op al die mogelijke reacties weer kon reageren. Opa was daar meesterlijk in. Hij kon sowieso altijd heel goed dingen overdenken. Dan had je het met hem over een probleem of een keuze en dan zei hij altijd: daar ga ik eventjes mee schaken. En na een tijdje belde hij je dan met de mogelijke oplossingen zodat je de beste kon kiezen.”

Rode draad

Ontdek je eigen thema met deze 5 vragen

Misschien zie je in het bovenstaande rijtje al een rode draad die je kunt gebruiken. Is dat niet zo? Maak je geen zorgen! Een rode draad komt meestal vanzelf als je met anderen in gesprek gaat en herinneringen deelt. Vaak is er iets wat steeds bovenkomt als mensen zich de overledene herinneren: dan heb jij jouw uitgangspunt te pakken.

Stel deze 5 vragen:

  1. Hoe lang heb je geleefd met de overledene in jouw leven?
  2. Wat was een belangrijke eigenschap van de overledene?
  3. Op welke momenten zag je die eigenschap, en wat gebeurde er dan?
  4. Wat deed dat toen met jou?
  5. Hoe kijk je er nu naar?

Waarom juist deze 5 vragen?

Ik leg nog even uit waarom ik deze vragen heb bedacht. Dat zit zo: de antwoorden leveren je een klein afgerond verhaaltje op dat je meestal gewoon rechtstreeks kunt overnemen.

De 1e vraag is een ‘opstapje’ en activeert ‘terugkijken op mijn relatie tot de overledene’.
De vragen 2 en 3 sturen in de richting van een focuspunt: het karakter/de eigenschappen van de overledene.
De 4e vraag brengt het effect van die eigenschap van de overledene op anderen in kaart.
De 5e vraag verbindt de genoemde eigenschap en het gevoel weer met het hier en nu.

Image
"Je bent er bijna! Op naar de laatste tips!"

Help me even
nu bereikbaar
Image

Houd het dichtbij jezelf

Je afscheidstoespraak is niet hetzelfde als een biografie van de overledene. Een opsomming van feiten is meestal saai en zegt eigenlijk niet zoveel. Jij bent het die de uitvaartspeech houdt, en dat is belangrijk. Want jij vertelt de dingen die je belangrijk vindt om te vertellen. Dat mag, dat is je recht, en als je het eerlijk doet doe je de overledene er ook recht mee.

Het is jouw momentopname

Houd wat je vertelt daarom dichtbij jezelf. Je hoeft niet de absolute waarheid te spreken, alsof je die zou kennen. Je hoeft niet het laatste woord te hebben, want ook na de uitvaart gaan de verhalen door. Je speech is een momentopname, jouw momentopname, van wat je op dat moment kunt en wilt zeggen.

Anderen kijken en voelen met je mee

Als je je realiseert dat het een persoonlijk verhaal is (zelfs al vertel je feiten), en jezelf toestemming geeft om het persoonlijk te laten zijn, geef je de toehoorders een groot cadeau. Je laat ze namelijk met jou meekijken en met jou meevoelen, en op die manier kijken ze met andere ogen naar de overledene. Misschien hebben ze er niets mee en ontdekken ze dat ze een heel ander beeld hebben, dat is ook oké, mooie ontdekking toch?

Het begin en het einde van je uitvaartspeech

Deze had je nog tegoed! Hoe begin je je uitvaartspeech en hoe rond je hem af? Over het belangrijke middendeel heb ik hiervoor al geschreven. Dat is het belangrijkste stuk, daarmee ga je eerst aan de slag. Als je dat deel op een rijtje hebt, kijk je naar de inleiding en het slot.
Image

Inleiding

Hoe begin je een uitvaartspeech?

De inleiding van je toespraak is een manier om je toehoorders mee te nemen in de richting van wat je gaat vertellen. Een hele duidelijke manier om dat te doen is de volgende:

  • je vertelt wie je bent
  • je geeft kort aan wat je gaat vertellen
  • je spreekt uit wat je hoopt dat je speech teweegbrengt

Bijvoorbeeld:

“Mijn naam is Luuk Kramer, ik ben een van de vrienden van Koen. Ik wil jullie iets gaan vertellen over hoe ik Koen heb leren kennen, en dan vooral over zijn grote liefde voor de oud-Nederlandse runderrassen. Ik denk dat dat namelijk veel zegt over waar Koen voor ging en waarin hij heel gedreven kon zijn. Iets waardoor ik hem zeker zal blijven herinneren.”

Slot

In het slot van je toespraak vat je wat je daarvoor verteld hebt nog een keer samen. Je kunt ook teruggrijpen op wat je in de inleiding hebt geformuleerd als doel van je toespraak. Door te vertellen wat je hebt verteld, vat je het nog een keer samen en blijft het beter hangen. Je doet als het ware een strikje om je toespraak en geeft het als een pakketje mee aan de herinnering van de mensen die naar je hebben geluisterd.

Bijvoorbeeld:

"Toen ik mijn toespraak begon, zei ik dat ik hoopte het er zonder tranen af te brengen. Dat is niet gelukt. Maar wat ik duidelijk heb willen maken is hoe belangrijk haar werk op school voor Amélie is geweest. Ze was een juf in hart en nieren. Streng maar rechtvaardig, zachtaardig en trouw. Dankjewel voor wie je was, Amélie. Ik zal je missen."

Iedereen verdient een goede uitvaartspeech

Met de drie uitgebreide tips en voorbeelden lukt het je om je speech te schrijven. Je kunt ze ook gebruiken als je een toespraak schrijft voor je oma of je opa.

Meer voorbeelden zien?


Mail je toespraak voor persoonlijke feedback

toespraak nu mailen
of bel voor meer info
Image